SV | En als hij kwam, ziet, zo zat Eli op een stoel aan de zijde van den weg, uitziende; want zijn hart was sidderende vanwege de ark Gods. Als die man kwam, om [zulks] te verkondigen in de stad, toen schreeuwde de ganse stad. |
WLC | וַיָּבֹ֗וא וְהִנֵּ֣ה עֵ֠לִי יֹשֵׁ֨ב עַֽל־הַכִּסֵּ֜א [יַךְ כ] (יַ֥ד ק) דֶּ֙רֶךְ֙ מְצַפֶּ֔ה כִּֽי־הָיָ֤ה לִבֹּו֙ חָרֵ֔ד עַ֖ל אֲרֹ֣ון הָאֱלֹהִ֑ים וְהָאִ֗ישׁ בָּ֚א לְהַגִּ֣יד בָּעִ֔יר וַתִּזְעַ֖ק כָּל־הָעִֽיר׃ |
Trans. | wayyāḇwō’ wəhinnēh ‘ēlî yōšēḇ ‘al-hakissē’ yaḵə yaḏ dereḵə məṣapeh kî-hāyâ libwō ḥārēḏ ‘al ’ărwōn hā’ĕlōhîm wəhā’îš bā’ ləhagîḏ bā‘îr watizə‘aq kāl-hā‘îr: |
En als hij kwam, ziet, zo zat Eli op een stoel aan de zijde van den weg, uitziende; want zijn hart was sidderende vanwege de ark Gods. Als die man kwam, om [zulks] te verkondigen in de stad, toen schreeuwde de ganse stad.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En als hij kwam, ziet, zo zat Eli op een stoel aan de zijde van den weg, uitziende; want zijn hart was sidderende vanwege de ark Gods. Als die man kwam, om [zulks] te verkondigen in de stad, toen schreeuwde de ganse stad.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!